Ynformaasje oer it wurd voorrijden (Nederlânsk → Esperanto: alveturi)

Synonimen: aanrijden, komen aanrijden

Wurdsoartetiidwurd

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) rij voor, rijd voor(ik) reed voor
(jij) rijdt voor(jij) reed voor
(hij) rijdt voor(hij) reed voor
(wij) rijden voor(wij) reden voor
(jullie) rijden voor(jullie) reden voor
(gij) rijdt voor(gij) reedt voor
(zij) rijden voor(zij) reden voor
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) voorrijde(dat ik) voorrede
(dat jij) voorrijde(dat jij) voorrede
(dat hij) voorrijde(dat hij) voorrede
(dat wij) voorrijden(dat wij) voorreden
(dat jullie) voorrijden(dat jullie) voorreden
(dat gij) voorrijdet(dat gij) voorredet
(dat zij) voorrijden(dat zij) voorreden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
rij voor, rijd voorrijdt voor
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
voorrijdend, voorrijdende(zijn) voorgereden

Oarsettingen

Dútskanlaufen
Esperantoalveturi
Ingelskcollide; run
Portegeesk<ir a um lugar>
Roemeenskalerga; fugi
Spaanskatropellar