Ynformaasje oer it wurd verdwijnen (Nederlânsk → Esperanto: malaperi)

Synonimen: ’m smeren, zwinden

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/vərˈdʋɛi̯nə(n)/
Ofbrekingver·dwij·nen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) verdwijn(ik) verdween
(jij) verdwijnt(jij) verdween
(hij) verdwijnt(hij) verdween
(wij) verdwijnen(wij) verdweenen
(jullie) verdwijnen(jullie) verdweenen
(gij) verdwijnt(gij) verdweent
(zij) verdwijnen(zij) verdweenen
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) verdwijne(dat ik) verdwene
(dat jij) verdwijne(dat jij) verdwene
(dat hij) verdwijne(dat hij) verdwene
(dat wij) verdwijnen(dat wij) verdwenen
(dat jullie) verdwijnen(dat jullie) verdwenen
(dat gij) verdwijnet(dat gij) verdwenet
(dat zij) verdwijnen(dat zij) verdwenen
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
verdwijnverdwijnt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
verdwijnend, verdwijnende(zijn) verdwenen

Foarbylden fan gebrûk

Ik zou maar gauw verdwijnen, voordat de hertog er spijt van krijgt!
Toen ik het groepje voorbij was, zag ik hem in een zijstraatje verdwijnen.
Die verspreidden zich en verdwenen tussen de bomen.
Heer Ollie keek de verdwijnende gestalte van de markies met groeiende toorn na.
Hij kroop uit zijn bosje en stil als een schaduw verdween hij in de richting van de veenplas.

Oarsettingen

Afrikaanskverdwyn
Deenskforsvinde
Dútskentschwinden; verschwinden; vergehen
Esperantomalaperi
Fereuerskhvørva
Frânskdisparaître
Fryskferdwine
Ingelskdisappear; vanish
Katalaanskdesaparèixer
Latynabolescere; aboriri; aborisci; abscedere
Maleiskhilang
Papiamintskdesaparesé; somentá
Poalskznikać
Portegeeskdesaparecer; sumir‐se
Roemeenskdispărea
Russyskисчезать
Sealterfryskferswiende
Sweedskförsvinna
Taiskหาย
Welskdiflannu