Ynformaasje oer it wurd produceren (Nederlânsk → Esperanto: produkti)

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/prodyˈseːrə(n)/
Ofbrekingpro·du·ce·ren

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) produceer(ik) produceerde
(jij) produceert(jij) produceerde
(hij) produceert(hij) produceerde
(wij) produceren(wij) produceerden
(jullie) produceren(jullie) produceerden
(gij) produceert(gij) produceerdet
(zij) produceren(zij) produceerden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) producere(dat ik) produceerde
(dat jij) producere(dat jij) produceerde
(dat hij) producere(dat hij) produceerde
(dat wij) produceren(dat wij) produceerden
(dat jullie) produceren(dat jullie) produceerden
(dat gij) produceret(dat gij) produceerdet
(dat zij) produceren(dat zij) produceerden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
produceerproduceert
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
producerend, producerende(hebben) geproduceerd

Foarbylden fan gebrûk

Over de gehele wereld wordt er tienmaal méér ijzer geproduceerd dan alle andere metalen samen.
Wij moeten produceren!
Waarschijnlijk werd er alleen in 1920 geproduceerd.

Oarsettingen

Dútskproduzieren
Esperantoprodukti