Ynformaasje oer it wurd opvangen (Nederlânsk → Esperanto: aŭdi)

Synonimen: horen, vernemen, verstaan

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ˈɔpfɑŋə(n)/
Ofbrekingop·van·gen

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) opvang(ik) opving
(jij) opvangt(jij) opving
(hij) opvangt(hij) opving
(wij) opvangen(wij) opvingen
(jullie) opvangen(jullie) opvingen
(gij) opvangt(gij) opvingt
(zij) opvangen(zij) opvingen
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) opvange(dat ik) opvinge
(dat jij) opvange(dat jij) opvinge
(dat hij) opvange(dat hij) opvinge
(dat wij) opvangen(dat wij) opvingen
(dat jullie) opvangen(dat jullie) opvingen
(dat gij) opvanget(dat gij) opvinget
(dat zij) opvangen(dat zij) opvingen
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
opvangend, opvangende(hebben) opgevangen

Foarbylden fan gebrûk

Die woorden werden toevallig opgevangen door een grijsaard, die zich in de vallende duisternis door het woud haastte.

Oarsettingen

Esperantoaŭdi