Ynformaasje oer it wurd overkómen (Nederlânsk → Esperanto: superi)

Synonimen: overtreffen, te boven gaan, uitblinken, uitmunten, voorbijstreven, te boven komen, overstijgen, doorwórstelen, surpasseren

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ovərˈkomə(n)/
Ofbrekingover·ko·men

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) overkom(ik) overkwam
(jij) overkomt(jij) overkwam
(hij) overkomt(hij) overkwam
(wij) overkomen(wij) overkwamen
(jullie) overkomen(jullie) overkwamen
(gij) overkomt(gij) overkwaamt
(zij) overkomen(zij) overkwamen
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) overkome(dat ik) overkwame
(dat jij) overkome(dat jij) overkwame
(dat hij) overkome(dat hij) overkwame
(dat wij) overkomen(dat wij) overkwamen
(dat jullie) overkomen(dat jullie) overkwamen
(dat gij) overkomet(dat gij) overkwamet
(dat zij) overkomen(dat zij) overkwamen
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
overkomoverkomt
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
overkomend, overkomende(zijn) overkomen