Ynformaasje oer it wurd één (Nederlânsk → Esperanto: unu)

Wurdsoartehaadtelwurd
Utspraak/en/
Ofbrekingéén

Foarbylden fan gebrûk

Een onzer probeerde het na te doen, maar hij viel schreiend in de modder.
Ik zoek een of twee mensen om samen muziek te maken.
Een van hen was toen slechts acht jaar oud.
Er zijn nogal wat mensen tegenwoordig die geloven dat je niet één keer leeft, maar heel veel keren.
Slechts een op de vier Ieren is voor het nieuwe EU‐verdrag, het zogeheten Verdrag van Lissabon.
Een der monniken hoorde dit.
Moet ik me dat ene pleziertje dan ook ontzeggen?
Denk eraan dat sommige koolstofatomen met meer dan één waterstofatoom verbonden zijn.
Eén ding is zeker, jongen.

Oarsettingen

Afrikaanskeen
Albaneesknjë
Deensken; et
Dútskein; eine
Esperantounu
Fereuerskein
Finskyksi
Frânskun; une
Fryskien
Grykskένα; ένας; μία
Hawaïaanskkahi
Hongaarskegy
Ingelskone
Ingelsk (Aldingesk)an
Yslânskein; einn; eitt
Italjaanskun’; un; una; uno
Jiddyskאײן; אײנס
Katalaanskun
Latynuna; unum; unus
Lúksemboarchskeen; eent
Maleisksatu; esa
Noarsken
Papiamintskun
Poalskjeden; pewien
Portegeeskum; uma
Roemeenskuna; unu
Russyskодин; одна; одно
Sealterfryskaan; een
Skotsk-Geliskaon
Spaanskun; una; uno
Surinaamskwan
Swahilimoja
Sweedsken; ett
Tagalogisá
Taiskหนึ่ง
Tsjechyskjeden
Turkskbir
Welskun