Ynformaasje oer it wurd ontdooien (Nederlânsk → Esperanto: degeli)

Synonimen: dooien, wegsmelten

Wurdsoartetiidwurd
Utspraak/ɔnˈdoːjə(n)/
Ofbrekingont·dooi·en

Ferfoarming

Oantoanende foarm
NotiidDoetiid
(ik) ontdooi(ik) ontdooide
(jij) ontdooit(jij) ontdooide
(hij) ontdooit(hij) ontdooide
(wij) ontdooien(wij) ontdooiden
(jullie) ontdooien(jullie) ontdooiden
(gij) ontdooit(gij) ontdooidet
(zij) ontdooien(zij) ontdooiden
Oanfoegjende foarm
NotiidDoetiid
(dat ik) ontdooie(dat ik) ontdooide
(dat jij) ontdooie(dat jij) ontdooide
(dat hij) ontdooie(dat hij) ontdooide
(dat wij) ontdooien(dat wij) ontdooiden
(dat jullie) ontdooien(dat jullie) ontdooiden
(dat gij) ontdooiet(dat gij) ontdooidet
(dat zij) ontdooien(dat zij) ontdooiden
hjittende foarm
Iental/MeartalMeartal
ontdooiontdooit
Mulwurden
NomulwurdDoemulwurd
ontdooiend, ontdooiende(zijn) ontdooid

Foarbylden fan gebrûk

De bevroren grond ontdooide, het ijs verdampte sissend tot stoom.

Oarsettingen

Dútsktauen; auftauen
Esperantodegeli
Fereuersktiðna; toya
Frânskdégeler; fondre
Fryskteie
Ingelskmelt; thaw
Italjaansksgelare
Katalaanskdesgelar; desglaçar
Portegeeskdegelar; derreter‐se
Roemeenskdezgheța; topi
Sealterfryskapdaie; apdauje; apwookje; daie; wookje
Spaanskdeshelarse
Tsjechyskroztát; tát