Information about the word botten (Dutch → Esperanto: burĝoni)

Synonyms: spruiten, uitbotten, uitschieten, uitspruiten

Part of speechverb
Pronunciation/ˈbɔtə(n)/
Hyphenationbot·ten

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) bot(ik) botte
(jij) bot(jij) botte
(hij) bot(hij) botte
(wij) botten(wij) botten
(jullie) botten(jullie) botten
(gij) bot(gij) bottet
(zij) botten(zij) botten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) botte(dat ik) botte
(dat jij) botte(dat jij) botte
(dat hij) botte(dat hij) botte
(dat wij) botten(dat wij) botten
(dat jullie) botten(dat jullie) botten
(dat gij) bottet(dat gij) bottet
(dat zij) botten(dat zij) botten
Participles
Present participlePast participle
bottend, bottende(zijn) gebot

Translations

Englishbud; burgeon
Esperantoburĝoni
Germanknospen; sprießen
Portuguesegomar; rebentar; renovar; soltar botões
Spanishabotonar