Information about the word inbranden (Dutch → Esperanto: brulstampi)

Synonym: brandmerken

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɪmbrɑndə(n)/
Hyphenationin·bran·den

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) brand in(ik) brandde in
(jij) brandt in(jij) brandde in
(hij) brandt in(hij) brandde in
(wij) branden in(wij) brandden in
(jullie) branden in(jullie) brandden in
(gij) brandt in(gij) branddet in
(zij) branden in(zij) brandden in
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) inbrande(dat ik) inbrandde
(dat jij) inbrande(dat jij) inbrandde
(dat hij) inbrande(dat hij) inbrandde
(dat wij) inbranden(dat wij) inbrandden
(dat jullie) inbranden(dat jullie) inbrandden
(dat gij) inbrandet(dat gij) inbranddet
(dat zij) inbranden(dat zij) inbrandden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
brand inbrandt in
Participles
Present participlePast participle
inbrandend, inbrandende(hebben) ingebrand

Translations

Englishbrand
Esperantobrulstampi; brulmarki; brulsigni
Germanbrandmarken
Latinstigmare