Information about the word ophalen (Dutch → Esperanto: venpreni)

Synonyms: afhalen, komen halen, op komen halen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɔpɦalə(n)/
Hyphenationop·ha·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) haal op(ik) haalde op
(jij) haalt op(jij) haalde op
(hij) haalt op(hij) haalde op
(wij) halen op(wij) haalden op
(jullie) halen op(jullie) haalden op
(gij) haalt op(gij) haaldet op
(zij) halen op(zij) haalden op
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) ophale(dat ik) ophaalde
(dat jij) ophale(dat jij) ophaalde
(dat hij) ophale(dat hij) ophaalde
(dat wij) ophalen(dat wij) ophaalden
(dat jullie) ophalen(dat jullie) ophaalden
(dat gij) ophalet(dat gij) ophaaldet
(dat zij) ophalen(dat zij) ophaalden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
haal ophaalt op
Participles
Present participlePast participle
ophalend, ophalende(hebben) opgehaald

Usage samples

Daarnaast kon iedere inwoner die wil vechten tegen de Russen een wapen ophalen en zijn Oekraïense legervoertuigen vrijdag Kiëv binnengereden om de stad te verdedigen.

Translations

Englishpick up
Esperantovenpreni