Information about the word gelden (Dutch → Esperanto: validi)

Synonyms: geldig zijn, valideren, vigeren, van toepassing zijn

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɣɛldə(n)/
Hyphenationgel·den

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) geld(ik) gold
(jij) geldt(jij) gold
(hij) geldt(hij) gold
(wij) gelden(wij) golden
(jullie) gelden(jullie) golden
(gij) geldt(gij) goldt
(zij) gelden(zij) golden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) gelde(dat ik) golde
(dat jij) gelde(dat jij) golde
(dat hij) gelde(dat hij) golde
(dat wij) gelden(dat wij) golden
(dat jullie) gelden(dat jullie) golden
(dat gij) geldet(dat gij) goldet
(dat zij) gelden(dat zij) golden
Participles
Present participlePast participle
geldend, geldende(hebben) gegolden

Usage samples

In die periode zullen de wetten van de EU daarom nog steeds gewoon gelden in het Verenigd Koninkrijk.

Translations

Englishapply; count
Esperantovalidi; valori
Faeroesehava gildi
Germangelten; gültig sein; bestätigen
Low Germanvan topassing weasen
Luxemburgishapplicabel sinn
Portugueseestar em vigor; ser válido; ter valor; valer
Saterland Frisianjäilde
West Frisianjilde