Information about the word verdriedubbelen (Dutch → Esperanto: triobligi)

Synonyms: tripleren, verdrievoudigen

Part of speechverb
Pronunciation/vərdriˈdɵbələ(n)/
Hyphenationver·drie·dub·be·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verdriedubbel(ik) verdriedubbelde
(jij) verdriedubbelt(jij) verdriedubbelde
(hij) verdriedubbelt(hij) verdriedubbelde
(wij) verdriedubbelen(wij) verdriedubbelden
(jullie) verdriedubbelen(jullie) verdriedubbelden
(gij) verdriedubbelt(gij) verdriedubbeldet
(zij) verdriedubbelen(zij) verdriedubbelden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verdriedubbele(dat ik) verdriedubbelde
(dat jij) verdriedubbele(dat jij) verdriedubbelde
(dat hij) verdriedubbele(dat hij) verdriedubbelde
(dat wij) verdriedubbelen(dat wij) verdriedubbelden
(dat jullie) verdriedubbelen(dat jullie) verdriedubbelden
(dat gij) verdriedubbelet(dat gij) verdriedubbeldet
(dat zij) verdriedubbelen(dat zij) verdriedubbelden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verdriedubbelverdriedubbelt
Participles
Present participlePast participle
verdriedubbelend, verdriedubbelende(hebben) verdriedubbeld

Usage samples

Maar al zou het bedrag ook verdriedubbeld worden, ik zie toch absoluut geen kans meer te doen dan wat ik al heb gedaan.

Translations

Danishtredoble
Englishtreble; triple
Esperantotriobligi
Portuguesetriplicar