Information about the word doorsníjden (Dutch → Esperanto: tratranĉi)

Synonym: dóórsnijden

Part of speechverb
Pronunciation/dorˈsnɛi̯də(n)/
Hyphenationdoor·snij·den

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(hij) doorsnijdt(hij) doorsneed
(zij) doorsnijden(zij) doorsneden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat hij) doorsnijde(dat hij) doorsnede
(dat zij) doorsnijden(dat zij) doorsneden
Participles
Present participlePast participle
doorsnijdend, doorsnijdende(hebben) doorsneden

Usage samples

Het is erg moeilijk om in het waterarme Zutphen, dat slechts door één kanaaltje doorsneden wordt, een mensenredder van betekenis te zijn.
De spoorweg doorsnijdt Indië niet in een rechte lijn.