Information about the word neergooien (Dutch → Esperanto: ĵeti sur la grundon)

Synonyms: neerwerpen, tegen de vlakte slaan, vloeren

Part of speechverb
Pronunciation/ˈneːrɣoːjə(n)/
Hyphenationneer·gooi·en

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) gooi neer(ik) gooide neer
(jij) gooit neer(jij) gooide neer
(hij) gooit neer(hij) gooide neer
(wij) gooien neer(wij) gooiden neer
(jullie) gooien neer(jullie) gooiden neer
(gij) gooit neer(gij) gooidet neer
(zij) gooien neer(zij) gooiden neer
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) neergooie(dat ik) neergooide
(dat jij) neergooie(dat jij) neergooide
(dat hij) neergooie(dat hij) neergooide
(dat wij) neergooien(dat wij) neergooiden
(dat jullie) neergooien(dat jullie) neergooiden
(dat gij) neergooiet(dat gij) neergooidet
(dat zij) neergooien(dat zij) neergooiden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
gooi neergooit neer
Participles
Present participlePast participle
neergooiend, neergooiende(hebben) neergegooid

Translations

Englishthrow down
Esperantoĵeti sur la grundon