Information about the word beschilderen (Dutch → Esperanto: surpentri)

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈsxɪldərə(n)/
Hyphenationbe·schil·de·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) beschilder(ik) beschilderde
(jij) beschildert(jij) beschilderde
(hij) beschildert(hij) beschilderde
(wij) beschilderen(wij) beschilderden
(jullie) beschilderen(jullie) beschilderden
(gij) beschildert(gij) beschilderdet
(zij) beschilderen(zij) beschilderden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) beschildere(dat ik) beschilderde
(dat jij) beschildere(dat jij) beschilderde
(dat hij) beschildere(dat hij) beschilderde
(dat wij) beschilderen(dat wij) beschilderden
(dat jullie) beschilderen(dat jullie) beschilderden
(dat gij) beschilderet(dat gij) beschilderdet
(dat zij) beschilderen(dat zij) beschilderden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
beschilderbeschildert
Participles
Present participlePast participle
beschilderend, beschilderende(hebben) beschilderd

Translations

Englishpaint over
Esperantosurpentri