Information about the word opgooien (Dutch → Esperanto: suprenĵeti)

Synonyms: omhooggooien, omhoogwerpen, opwerpen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɔpxoːjə(n)/
Hyphenationop·gooi·en

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) gooi op(ik) gooide op
(jij) gooit op(jij) gooide op
(hij) gooit op(hij) gooide op
(wij) gooien op(wij) gooiden op
(jullie) gooien op(jullie) gooiden op
(gij) gooit op(gij) gooidet op
(zij) gooien op(zij) gooiden op
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) opgooie(dat ik) opgooide
(dat jij) opgooie(dat jij) opgooide
(dat hij) opgooie(dat hij) opgooide
(dat wij) opgooien(dat wij) opgooiden
(dat jullie) opgooien(dat jullie) opgooiden
(dat gij) opgooiet(dat gij) opgooidet
(dat zij) opgooien(dat zij) opgooiden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
gooi opgooit op
Participles
Present participlePast participle
opgooiend, opgooiende(hebben) opgegooid

Usage samples

Laten we een van die munten hiervoor opgooien.

Translations

Englishthrow up
Esperantosuprenĵeti