Information about the word verdrukken (Dutch → Esperanto: subpremi)

Synonyms: onderdrúkken, neerslaan

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verdruk(ik) verdrukte
(jij) verdrukt(jij) verdrukte
(hij) verdrukt(hij) verdrukte
(wij) verdrukken(wij) verdrukten
(jullie) verdrukken(jullie) verdrukten
(gij) verdrukt(gij) verdruktet
(zij) verdrukken(zij) verdrukten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verdrukke(dat ik) verdrukte
(dat jij) verdrukke(dat jij) verdrukte
(dat hij) verdrukke(dat hij) verdrukte
(dat wij) verdrukken(dat wij) verdrukten
(dat jullie) verdrukken(dat jullie) verdrukten
(dat gij) verdrukket(dat gij) verdruktet
(dat zij) verdrukken(dat zij) verdrukten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verdrukverdrukt
Participles
Present participlePast participle
verdrukkend, verdrukkende(hebben) verdrukt

Translations

Catalanoprimir
Czechpotlačit
Englishoppress
Esperantosubpremi
Frenchréprimer
Germanerpressen; unterdrücken
Italianopprimere
Low Germanunderdrükken
Saterland Frisianunnertaie
Spanishoprimir; reprimir
Thaiกดขี่