Information about the word sublimeren (Dutch → Esperanto: sublimigi)

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) sublimeer(ik) sublimeerde
(jij) sublimeert(jij) sublimeerde
(hij) sublimeert(hij) sublimeerde
(wij) sublimeren(wij) sublimeerden
(jullie) sublimeren(jullie) sublimeerden
(gij) sublimeert(gij) sublimeerdet
(zij) sublimeren(zij) sublimeerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) sublimere(dat ik) sublimeerde
(dat jij) sublimere(dat jij) sublimeerde
(dat hij) sublimere(dat hij) sublimeerde
(dat wij) sublimeren(dat wij) sublimeerden
(dat jullie) sublimeren(dat jullie) sublimeerden
(dat gij) sublimeret(dat gij) sublimeerdet
(dat zij) sublimeren(dat zij) sublimeerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
sublimeersublimeert
Participles
Present participlePast participle
sublimerend, sublimerende(hebben) gesublimeerd

Translations

Englishsublimate
Esperantosublimigi
Portuguesetornar sublime