Information about the word ontnemen (Dutch → Esperanto: senposedigi)

Synonym: beroven

Part of speechverb
Pronunciation/ɔntˈnemə(n)/
Hyphenationont·ne·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) ontneem(ik) ontnam
(jij) ontneemt(jij) ontnam
(hij) ontneemt(hij) ontnam
(wij) ontnemen(wij) ontnamen
(jullie) ontnemen(jullie) ontnamen
(gij) ontneemt(gij) ontnaamt
(zij) ontnemen(zij) ontnamen
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) ontneme(dat ik) ontname
(dat jij) ontneme(dat jij) ontname
(dat hij) ontneme(dat hij) ontname
(dat wij) ontnemen(dat wij) ontnamen
(dat jullie) ontnemen(dat jullie) ontnamen
(dat gij) ontnemet(dat gij) ontnamet
(dat zij) ontnemen(dat zij) ontnamen
Imperative mood
Singular/PluralPlural
ontneemontneemt
Participles
Present participlePast participle
ontnemend, ontnemende(hebben) ontnomen

Usage samples

Zorg ervoor dat allen heel duidelijk wordt gemaakt dat degene die niet binnen een week verschijnt, zijn land zal worden ontnomen.
Simon ontnam hem de fles en deed de kurk erop.

Translations

Englishdeprive; deprive … of
Esperantosenposedigi
Frenchdépouiller