Information about the word krijgen (Dutch → Esperanto: ricevi)

Synonyms: bekomen, genieten, ontvangen, toucheren

Part of speechverb
Pronunciation/ˈkrɛi̯ɣə(n)/
Hyphenationkrij·gen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) krijg(ik) kreeg
(jij) krijgt(jij) kreeg
(hij) krijgt(hij) kreeg
(wij) krijgen(wij) kregen
(jullie) krijgen(jullie) kregen
(gij) krijgt(gij) kreegt
(zij) krijgen(zij) kregen
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) krijge(dat ik) krege
(dat jij) krijge(dat jij) krege
(dat hij) krijge(dat hij) krege
(dat wij) krijgen(dat wij) kregen
(dat jullie) krijgen(dat jullie) kregen
(dat gij) krijget(dat gij) kreget
(dat zij) krijgen(dat zij) kregen
Imperative mood
Singular/PluralPlural
krijgkrijgt
Participles
Present participlePast participle
krijgend, krijgende(hebben) gekregen

Usage samples

In de gevangenis krijg je alleen maar water en brood.
Jij krijgt natuurlijk een gelijk aandeel in de buit, beste vriendin.
U krijgt van mij een brief voor Anders Peyna.
Pa, kan ik nog wat zakgeld krijgen?
Maar hij kreeg geen antwoord.
Wij kregen brood met ham en bier.

Translations

Afrikaanskry; ontvang
Catalanobtenir; rebre; tenir
Czechdostat; dostati; obdržet
Danishfå; modtage
Englishcatch; get; have; receive
English (Old English)onfon
Esperantoricevi
Faeroesefáa
Finnishsaada
Frenchaccueillir; recevoir
Germanbekommen; empfangen; erhalten
Icelandic
Italianricevere
Low Germankrygen
Luxemburgishempfänken
Malaymenerima; terima; mendapat
Norwegian
Papiamentoakohé; haña; haya
Polishotrzymać
Portuguesehaver; obter; receber
Romanianprimi
Russianполучать; получить
Saterland Frisianämpfange; ärhoolde; behoolde; kriege
Scottish Gaelicfaigh
Spanishobtener; recibir
Sranankisi
Swahili‐pata
Swedishanamma; bekomma; få; undfå
Thaiรับ; เอา
Turkishalmak
Welshcael
West Frisiankrije; ûntfange; geniete