Information about the word genieten (Dutch → Esperanto: ricevi)

Synonyms: bekomen, krijgen, ontvangen, toucheren

Part of speechverb
Pronunciation/ɣəˈnitə(n)/
Hyphenationge·nie·ten

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) geniet(ik) genoot
(jij) geniet(jij) genoot
(hij) geniet(hij) genoot
(wij) genieten(wij) genoten
(jullie) genieten(jullie) genoten
(gij) geniet(gij) genoot
(zij) genieten(zij) genoten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) geniete(dat ik) genote
(dat jij) geniete(dat jij) genote
(dat hij) geniete(dat hij) genote
(dat wij) genieten(dat wij) genoten
(dat jullie) genieten(dat jullie) genoten
(dat gij) genietet(dat gij) genotet
(dat zij) genieten(dat zij) genoten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
genietgeniet
Participles
Present participlePast participle
genietend, genietende(hebben) genoten

Usage samples

Hij genoot een officieel jaarsalaris van ongeveer 30.000 euro, maar beschikte tegelijkertijd over peperdure villa’s in onder meer Zuid‐Afrika en Groot‐Brittannië.

Translations

Afrikaanskry; ontvang
Catalanobtenir; rebre; tenir
Czechdostat; dostati; obdržet
Danishfå; modtage
Englishreceive
English (Old English)onfon
Esperantoricevi
Faeroesefáa
Finnishsaada
Frenchaccueillir; recevoir
Germanbekommen; empfangen; erhalten
Icelandic
Italianricevere
Low Germankrygen
Luxemburgishempfänken
Malaymenerima; terima; mendapat
Norwegian
Papiamentoakohé; haña; haya
Polishotrzymać
Portuguesehaver; obter; receber
Romanianprimi
Russianполучать; получить
Saterland Frisianämpfange; ärhoolde; behoolde; kriege
Scottish Gaelicfaigh
Spanishobtener; recibir
Sranankisi
Swahili‐pata
Swedishanamma; bekomma; få; undfå
Thaiรับ; เอา
Turkishalmak
Welshcael
West Frisiankrije; ûntfange; geniete