Information about the word retourneren (Dutch → Esperanto: resendi)

Synonyms: heruitzenden, terugbezorgen, terugsturen, terugwijzen, terugzenden

Part of speechverb
Pronunciation/returˈnerə(n)/
Hyphenationre·tour·ne·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) retourneer(ik) retourneerde
(jij) retourneert(jij) retourneerde
(hij) retourneert(hij) retourneerde
(wij) retourneren(wij) retourneerden
(jullie) retourneren(jullie) retourneerden
(gij) retourneert(gij) retourneerdet
(zij) retourneren(zij) retourneerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) retournere(dat ik) retourneerde
(dat jij) retournere(dat jij) retourneerde
(dat hij) retournere(dat hij) retourneerde
(dat wij) retourneren(dat wij) retourneerden
(dat jullie) retourneren(dat jullie) retourneerden
(dat gij) retourneret(dat gij) retourneerdet
(dat zij) retourneren(dat zij) retourneerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
retourneerretourneert
Participles
Present participlePast participle
retournerend, retournerende(hebben) geretourneerd

Usage samples

Ik heb een half miljoen dollar geretourneerd, met een begeleidend schrijven waarin ik mijn excuses aangeboden heb.

Translations

Englishrelay; resend; send back
Esperantoresendi
Frenchrejeter; renvoyer; repousser; retourner
Germanzurücksenden
Italianrinviare
Papiamentodebolbé
Polishodesłać
Spanishdevolver