Information about the word vooruitkomen (Dutch → Esperanto: prosperi)

Synonyms: bloeien, floreren, gedijen, tieren, welvaren

Part of speechverb
Pronunciation/voˈrœy̯tkomə(n)/
Hyphenationvoor·uit·ko·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) kom vooruit(ik) kwam vooruit
(jij) komt vooruit(jij) kwam vooruit
(hij) komt vooruit(hij) kwam vooruit
(wij) komen vooruit(wij) kwamen vooruit
(jullie) komen vooruit(jullie) kwamen vooruit
(gij) komt vooruit(gij) kwaamt vooruit
(zij) komen vooruit(zij) kwamen vooruit
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) vooruitkome(dat ik) vooruitkwame
(dat jij) vooruitkome(dat jij) vooruitkwame
(dat hij) vooruitkome(dat hij) vooruitkwame
(dat wij) vooruitkomen(dat wij) vooruitkwamen
(dat jullie) vooruitkomen(dat jullie) vooruitkwamen
(dat gij) vooruitkomet(dat gij) vooruitkwamet
(dat zij) vooruitkomen(dat zij) vooruitkwamen
Participles
Present participlePast participle
vooruitkomend, vooruitkomende(zijn) vooruitgekomen

Translations

Afrikaansfloreer
Catalanprosperar
Englishthrive
Esperantoprosperi; flori
Faeroeseeydnast; trívast
Frenchprospérer
Germangedeihen; gelingen; geraten; glücken; prosperieren
Greekακμάζω
Italianprosperare
Polishpowodzić się; prosperować
Portugueseprosperar
Saterland Frisiandäie; gelinge; glukje; roakje; tiegje
Spanishprosperar