Information about the word ontheiligen (Dutch → Esperanto: profani)

Synonyms: ontwijden, profaneren, schenden, verontheiligen

Part of speechverb
Pronunciation/ɔntˈɦɛi̯ləɣə(n)/
Hyphenationont·hei·li·gen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) ontheilig(ik) ontheiligde
(jij) ontheiligt(jij) ontheiligde
(hij) ontheiligt(hij) ontheiligde
(wij) ontheiligen(wij) ontheiligden
(jullie) ontheiligen(jullie) ontheiligden
(gij) ontheiligt(gij) ontheiligdet
(zij) ontheiligen(zij) ontheiligden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) ontheilige(dat ik) ontheiligde
(dat jij) ontheilige(dat jij) ontheiligde
(dat hij) ontheilige(dat hij) ontheiligde
(dat wij) ontheiligen(dat wij) ontheiligden
(dat jullie) ontheiligen(dat jullie) ontheiligden
(dat gij) ontheiliget(dat gij) ontheiligdet
(dat zij) ontheiligen(dat zij) ontheiligden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
ontheiligontheiligt
Participles
Present participlePast participle
ontheiligend, ontheiligende(hebben) ontheiligd

Usage samples

Het was duidelijk dat hij gewaarschuwd werd om de ruimte achter deze deur niet te ontheiligen.

Translations

Afrikaansontheilig
Englishdefile; profane; desecrate
Esperantoprofani
Faeroesevanhalga
Frenchvioler
Germanentheiligen; entweihen; profanieren
Portuguesedesonrar; profanar; violar
Saterland Frisianänthilligje; äntwäie; profanierje
Spanishprofanar
West Frisianskeine