Information about the word verzetten (Dutch → Esperanto: pretigi)

Synonyms: bereiden, klaarmaken, klaren, gereed maken, toebereiden, in gereedheid brengen, gereedmaken

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈzɛtə(n)/
Hyphenationver·zet·ten

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verzet(ik) verzette
(jij) verzet(jij) verzette
(hij) verzet(hij) verzette
(wij) verzetten(wij) verzetten
(jullie) verzetten(jullie) verzetten
(gij) verzet(gij) verzettet
(zij) verzetten(zij) verzetten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verzette(dat ik) verzette
(dat jij) verzette(dat jij) verzette
(dat hij) verzette(dat hij) verzette
(dat wij) verzetten(dat wij) verzetten
(dat jullie) verzetten(dat jullie) verzetten
(dat gij) verzettet(dat gij) verzettet
(dat zij) verzetten(dat zij) verzetten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verzetverzet
Participles
Present participlePast participle
verzettend, verzettende(hebben) verzet

Translations

Afrikaansvoltooi
Danishfuldende
Englishprepare; finish
Esperantopretigi
Frenchapprêter; goupiller
Germanzurichten
Hungariankészít
Italianapprestare; preparare
Portugueseaparelhar; aprontar; preparar
Saterland Frisiantougjuchte
Spanishdisponer; preparar
West Frisianklearmeitsje