Information about the word prefereren (Dutch → Esperanto: preferi)

Synonyms: de voorkeur geven aan, er de voorkeur aan geven, optéren, verkiezen, voortrekken

Part of speechverb
Pronunciation/prefəˈreːrə(n)/
Hyphenationpre·fe·re·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) prefereer(ik) prefereerde
(jij) prefereert(jij) prefereerde
(hij) prefereert(hij) prefereerde
(wij) prefereren(wij) prefereerden
(jullie) prefereren(jullie) prefereerden
(gij) prefereert(gij) prefereerdet
(zij) prefereren(zij) prefereerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) preferere(dat ik) prefereerde
(dat jij) preferere(dat jij) prefereerde
(dat hij) preferere(dat hij) prefereerde
(dat wij) prefereren(dat wij) prefereerden
(dat jullie) prefereren(dat jullie) prefereerden
(dat gij) prefereret(dat gij) prefereerdet
(dat zij) prefereren(dat zij) prefereerden
Participles
Present participlePast participle
prefererend, prefererende(hebben) geprefereerd

Usage samples

Maar als dat niet mogelijk was, zouden we onder normale omstandigheden allemaal prefereren dat het in handen van Tannahill bleef.

Translations

Catalanpreferir
Czechdávat přednost
Danishforetrække
Englishprefer
Esperantopreferi; pli ŝati
Faeroesevelja; vilja heldur
Finnishpitää parempana
Frenchaimer mieux; préférer
Germanbevorzugen; den Vorzug geben; vorziehen
Hungarianpreferál
Jamaican Patoisprifa
Latinmalle
Low Germanprefereren
Malaylebih suka
Papiamentopreferá
Polishwoleć
Portuguesegostar mais de; preferir
Romanianprefera
Saterland Frisianljauer hääbe
Spanishpreferir
Thaiนิยม