Synonyms: aan het daglicht brengen, laten verschijnen, te voorschijn halen, aan het licht brengen, te voorschijn brengen, voor de dag halen, op de proppen komen met, voor de dag komen met
Part of speech | verb |
---|
Pronunciation | /ˈɔbdœy̯kələ(n)/ |
---|
Hyphenation | op·dui·ke·len |
---|
Conjugation
Indicative mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(ik) duikel op | (ik) duikelde op |
(jij) duikelt op | (jij) duikelde op |
(hij) duikelt op | (hij) duikelde op |
(wij) duikelen op | (wij) duikelden op |
(jullie) duikelen op | (jullie) duikelden op |
(gij) duikelt op | (gij) duikeldet op |
(zij) duikelen op | (zij) duikelden op |
Subjunctive mood |
---|
Present tense | Past tense |
---|
(dat ik) opduikele | (dat ik) opduikelde |
(dat jij) opduikele | (dat jij) opduikelde |
(dat hij) opduikele | (dat hij) opduikelde |
(dat wij) opduikelen | (dat wij) opduikelden |
(dat jullie) opduikelen | (dat jullie) opduikelden |
(dat gij) opduikelet | (dat gij) opduikeldet |
(dat zij) opduikelen | (dat zij) opduikelden |
Imperative mood |
---|
Singular/Plural | Plural |
---|
duikel op | duikelt op |
Participles |
---|
Present participle | Past participle |
---|
opduikelend, opduikelende | (hebben) opgeduikeld |