Information about the word prejudiciëren (Dutch → Esperanto: anticipi)

Synonym: anticiperen

Part of speechverb
Pronunciation/prejydisiˈjerə(n)/
Hyphenationpre·ju·di·ci·e·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) prejudicieer(ik) prejudicieerde
(jij) prejudicieert(jij) prejudicieerde
(hij) prejudicieert(hij) prejudicieerde
(wij) prejudiciëren(wij) prejudicieerden
(jullie) prejudiciëren(jullie) prejudicieerden
(gij) prejudicieert(gij) prejudicieerdet
(zij) prejudiciëren(zij) prejudicieerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) prejudiciëre(dat ik) prejudicieerde
(dat jij) prejudiciëre(dat jij) prejudicieerde
(dat hij) prejudiciëre(dat hij) prejudicieerde
(dat wij) prejudiciëren(dat wij) prejudicieerden
(dat jullie) prejudiciëren(dat jullie) prejudicieerden
(dat gij) prejudiciëret(dat gij) prejudicieerdet
(dat zij) prejudiciëren(dat zij) prejudicieerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
prejudicieerprejudicieert
Participles
Present participlePast participle
prejudiciërend, prejudiciërende(hebben) geprejudicieerd

Translations

Czechanticipovat; předjímat
Englishanticipate
Esperantoanticipi
Frenchanticiper
Germanantizipieren; vorausnehmen; vorwegnehmen; vorausempfangen; vorfristig leisten; im Voraus tun; im Voraus verwenden; vorgreifen; vor der Zeit erledigen; vorausahnen; vorhersehen
Italiananticipare
Portugueseantecipar
Saterland Frisianantizipierje; foaruuttoanke
Spanishanticipar