Information about the word bemiddelen (Dutch → Esperanto: peri)

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈmɪdələ(n)/
Hyphenationbe·mid·de·len

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) bemiddel(ik) bemiddelde
(jij) bemiddelt(jij) bemiddelde
(hij) bemiddelt(hij) bemiddelde
(wij) bemiddelen(wij) bemiddelden
(jullie) bemiddelen(jullie) bemiddelden
(gij) bemiddelt(gij) bemiddeldet
(zij) bemiddelen(zij) bemiddelden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) bemiddele(dat ik) bemiddelde
(dat jij) bemiddele(dat jij) bemiddelde
(dat hij) bemiddele(dat hij) bemiddelde
(dat wij) bemiddelen(dat wij) bemiddelden
(dat jullie) bemiddelen(dat jullie) bemiddelden
(dat gij) bemiddelet(dat gij) bemiddeldet
(dat zij) bemiddelen(dat zij) bemiddelden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
bemiddelbemiddelt
Participles
Present participlePast participle
bemiddelend, bemiddelende(hebben) bemiddeld

Translations

Catalanmitjançar
Englishact as agent; act as go‐between; purvey; procure
Esperantoperi
Faeroeseganga ímillum
Frenchprocurer
Germanvermitteln
Portuguesemediar
Saterland Frisianfermiddelje
Spanishmediar