Information about the word parafraseren (Dutch → Esperanto: parafrazi)

Synonym: omschrijven

Part of speechverb
Pronunciation/parafraˈzeːrə(n)/
Hyphenationpa·ra·fra·se·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) parafraseer(ik) parafraseerde
(jij) parafraseert(jij) parafraseerde
(hij) parafraseert(hij) parafraseerde
(wij) parafraseren(wij) parafraseerden
(jullie) parafraseren(jullie) parafraseerden
(gij) parafraseert(gij) parafraseerdet
(zij) parafraseren(zij) parafraseerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) parafrasere(dat ik) parafraseerde
(dat jij) parafrasere(dat jij) parafraseerde
(dat hij) parafrasere(dat hij) parafraseerde
(dat wij) parafraseren(dat wij) parafraseerden
(dat jullie) parafraseren(dat jullie) parafraseerden
(dat gij) parafraseret(dat gij) parafraseerdet
(dat zij) parafraseren(dat zij) parafraseerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
parafraseerparafraseert
Participles
Present participlePast participle
parafraserend, parafraserende(hebben) geparafraseerd

Translations

Englishparaphrase
Esperantoparafrazi