Information about the word verdoezelen (Dutch → Esperanto: nebuligi)

Synonym: benevelen

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verdoezel(ik) verdoezelde
(jij) verdoezelt(jij) verdoezelde
(hij) verdoezelt(hij) verdoezelde
(wij) verdoezelen(wij) verdoezelden
(jullie) verdoezelen(jullie) verdoezelden
(gij) verdoezelt(gij) verdoezeldet
(zij) verdoezelen(zij) verdoezelden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verdoezele(dat ik) verdoezelde
(dat jij) verdoezele(dat jij) verdoezelde
(dat hij) verdoezele(dat hij) verdoezelde
(dat wij) verdoezelen(dat wij) verdoezelden
(dat jullie) verdoezelen(dat jullie) verdoezelden
(dat gij) verdoezelet(dat gij) verdoezeldet
(dat zij) verdoezelen(dat zij) verdoezelden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verdoezelverdoezelt
Participles
Present participlePast participle
verdoezelend, verdoezelende(hebben) verdoezeld

Translations

Englishbefog; cloud; dim; bemuse
Esperantonebuligi
Frenchbrouiller; rendre confus; rendre trouble