Information about the word bedwelmen (Dutch → Esperanto: narkoti)

Synonyms: drogeren, narcotiseren, verdoven, wegmaken

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈdʋɛlmə(n)/
Hyphenationbe·dwel·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) bedwelm(ik) bedwelmde
(jij) bedwelmt(jij) bedwelmde
(hij) bedwelmt(hij) bedwelmde
(wij) bedwelmen(wij) bedwelmden
(jullie) bedwelmen(jullie) bedwelmden
(gij) bedwelmt(gij) bedwelmdet
(zij) bedwelmen(zij) bedwelmden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) bedwelme(dat ik) bedwelmde
(dat jij) bedwelme(dat jij) bedwelmde
(dat hij) bedwelme(dat hij) bedwelmde
(dat wij) bedwelmen(dat wij) bedwelmden
(dat jullie) bedwelmen(dat jullie) bedwelmden
(dat gij) bedwelmet(dat gij) bedwelmdet
(dat zij) bedwelmen(dat zij) bedwelmden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
bedwelmbedwelmt
Participles
Present participlePast participle
bedwelmend, bedwelmende(hebben) bedwelmd

Usage samples

Hadden de beide schurken ook hem niet bedwelmd?
Ik heb je bedwelmd.

Translations

Czechomámit; uspat
Englishdrug; stupefy; narcotize
Esperantonarkoti
Germanbetäuben; narkotisieren
Portugueseestupefazar; narcotizar
Saterland Frisianbeduust moakje; narkotisierje
Spanishnarcotizar