Information about the word vermenigvuldigen (Dutch → Esperanto: multipliki)

Synonym: multipliceren

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) vermenigvuldig(ik) vermenigvuldigde
(jij) vermenigvuldigt(jij) vermenigvuldigde
(hij) vermenigvuldigt(hij) vermenigvuldigde
(wij) vermenigvuldigen(wij) vermenigvuldigden
(jullie) vermenigvuldigen(jullie) vermenigvuldigden
(gij) vermenigvuldigt(gij) vermenigvuldigdet
(zij) vermenigvuldigen(zij) vermenigvuldigden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) vermenigvuldige(dat ik) vermenigvuldigde
(dat jij) vermenigvuldige(dat jij) vermenigvuldigde
(dat hij) vermenigvuldige(dat hij) vermenigvuldigde
(dat wij) vermenigvuldigen(dat wij) vermenigvuldigden
(dat jullie) vermenigvuldigen(dat jullie) vermenigvuldigden
(dat gij) vermenigvuldiget(dat gij) vermenigvuldigdet
(dat zij) vermenigvuldigen(dat zij) vermenigvuldigden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
vermenigvuldigvermenigvuldigt
Participles
Present participlePast participle
vermenigvuldigend, vermenigvuldigende(hebben) vermenigvuldigd

Translations

Catalanmultiplicar
Czechnásobit
Danishmultiplicere
Englishmultiply
Esperantomultipliki; obligi
Germanmultiplizieren
Italianmoltiplicare
Papiamentomultipliká
Romanianînmulți; multiplica
Saterland Frisianferfuulfooldigje; multiplizierje
Spanishmultiplicar
Swedishmultiplicera
Thaiคูณ
West Frisianfermannichfâldigje