Information about the word vertonen (Dutch → Esperanto: montri)

Synonyms: laten zien, óverleggen, tentoonspreiden, tonen, uitwijzen, wijzen naar

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈtonə(n)/
Hyphenationvertonen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) vertoon(ik) vertoonde
(jij) vertoont(jij) vertoonde
(hij) vertoont(hij) vertoonde
(wij) vertonen(wij) vertoonden
(jullie) vertonen(jullie) vertoonden
(gij) vertoont(gij) vertoondet
(zij) vertonen(zij) vertoonden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) vertone(dat ik) vertoonde
(dat jij) vertone(dat jij) vertoonde
(dat hij) vertone(dat hij) vertoonde
(dat wij) vertonen(dat wij) vertoonden
(dat jullie) vertonen(dat jullie) vertoonden
(dat gij) vertonet(dat gij) vertoondet
(dat zij) vertonen(dat zij) vertoonden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
vertoonvertoont
Participles
Present participlePast participle
vertonend, vertonende(hebben) vertoond

Usage samples

Het inwendige, dat flauw door enkele olielampen verlicht werd, vertoonde een uitstalling van maskers die met verwrongen gelaatstrekken naar buiten staarden.
Tom vertoonde die twee artikelen.
Maar de patiënt vertoont alle verschijnselen van een gespleten persoonlijkheid!

Translations

Afrikaanswys
Catalanassenyalar; ensenyar; indicar; mostrar
Danishvise
Englishshow; display; exhibit
English (Old English)iewan; ætiewan
Esperantomontri
Faeroesesýna; vísa
Finnishnäyttää
Frenchdésigner; indiquer; montrer; exhiber
Germanangeben; weisen; anweisen; hinweisen; zeigen; lassen sehen
Italianmostrare
Jamaican Patoisshuo
Latinmonstrare
Low Germanwysen
Papiamentomunstra; mustra
Polishpokazać
Portugueseapontar; assinalar; mostrar
Saterland Frisiananreeke; anwiese; waiwiese; wiese
Scottish Gaelicfeuch
Spanishenseñar; indicar; mostrar; señalar
Sranansori
Swahili‐toa
Swedishuppvisa
Thaiชี้; ชี้ให้เห็น
West Frisianoantsjutte; oanwize