Information about the word verbazen (Dutch → Esperanto: mirigi)

Synonyms: bevreemden, verwonderen

Part of speechverb
Pronunciation/vərˈbazə(n)/
Hyphenationver·ba·zen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) verbaas(ik) verbaasde
(jij) verbaast(jij) verbaasde
(hij) verbaast(hij) verbaasde
(wij) verbazen(wij) verbaasden
(jullie) verbazen(jullie) verbaasden
(gij) verbaast(gij) verbaasdet
(zij) verbazen(zij) verbaasden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) verbaze(dat ik) verbaasde
(dat jij) verbaze(dat jij) verbaasde
(dat hij) verbaze(dat hij) verbaasde
(dat wij) verbazen(dat wij) verbaasden
(dat jullie) verbazen(dat jullie) verbaasden
(dat gij) verbazet(dat gij) verbaasdet
(dat zij) verbazen(dat zij) verbaasden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
verbaasverbaast
Participles
Present participlePast participle
verbazend, verbazende(hebben) verbaasd

Usage samples

Het verbaast me dat je hier nog bent.
Daarom verbaasde het me ook niet dat het schrijven van dit boek me zo makkelijk afging.
Het zou me niets verbazen wanneer er nog meer vreemde dingen gaan gebeuren!
Verbaast die hoeveelheid diefstallen je dan niet?
Dat hoeft niemand te verbazen.

Translations

Englishamaze; astonish
Esperantomirigi
Frenchétonner
Germanin Verwunderung setzen; verwundern
Italiansbalordire
Polishzadziwiać
Portugueseadmirar; atordoar; estontear
Saterland Frisianferwunnerje
Spanishadmirar; asombrar
Swedishförvåna
West Frisianferbaze