Information about the word uitrangeren (Dutch → Esperanto: malaktivigi)

Synonym: op non‐actief stellen

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) rangeer uit(ik) rangeerde uit
(jij) rangeert uit(jij) rangeerde uit
(hij) rangeert uit(hij) rangeerde uit
(wij) rangeren uit(wij) rangeerden uit
(jullie) rangeren uit(jullie) rangeerden uit
(gij) rangeert uit(gij) rangeerdet uit
(zij) rangeren uit(zij) rangeerden uit
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) uitrangere(dat ik) uitrangeerde
(dat jij) uitrangere(dat jij) uitrangeerde
(dat hij) uitrangere(dat hij) uitrangeerde
(dat wij) uitrangeren(dat wij) uitrangeerden
(dat jullie) uitrangeren(dat jullie) uitrangeerden
(dat gij) uitrangeret(dat gij) uitrangeerdet
(dat zij) uitrangeren(dat zij) uitrangeerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
rangeer uitrangeert uit
Participles
Present participlePast participle
uitrangerend, uitrangerende(zijn) uitgerangeerd

Translations

Englishdeactivate
Esperantomalaktivigi