Information about the word legitimeren (Dutch → Esperanto: legitimi)

Synonym: echten

Part of speechverb
Pronunciation/leɣitiˈmerə(n)/
Hyphenationle·gi·ti·me·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) legitimeer(ik) legitimeerde
(jij) legitimeert(jij) legitimeerde
(hij) legitimeert(hij) legitimeerde
(wij) legitimeren(wij) legitimeerden
(jullie) legitimeren(jullie) legitimeerden
(gij) legitimeert(gij) legitimeerdet
(zij) legitimeren(zij) legitimeerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) legitimere(dat ik) legitimeerde
(dat jij) legitimere(dat jij) legitimeerde
(dat hij) legitimere(dat hij) legitimeerde
(dat wij) legitimeren(dat wij) legitimeerden
(dat jullie) legitimeren(dat jullie) legitimeerden
(dat gij) legitimeret(dat gij) legitimeerdet
(dat zij) legitimeren(dat zij) legitimeerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
legitimeerlegitimeert
Participles
Present participlePast participle
legitimerend, legitimerende(hebben) gelegitimeerd

Translations

Czechlegitimovat
Englishlegitimize
Esperantolegitimi
Germanlegitimieren
Portugueselegalizar; legitimar
Saterland Frisianlegitimierje
Spanishlegitimar
Swedishlegitimera