Information about the word bijeenpassen (Dutch → Esperanto: akordiĝi)

Synonyms: accorderen, het eens worden, overeenstemmen, rijmen, tot een overeenkomst komen, tot overeenstemming komen, tot een vergelijk komen

Part of speechverb
Pronunciation/bɛi̯ˈempɑsə(n)/
Hyphenationbij·een·pas·sen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(wij) passen bijeen(wij) pasten bijeen
(jullie) passen bijeen(jullie) pasten bijeen
(gij) past bijeen(gij) pastet bijeen
(zij) passen bijeen(zij) pasten bijeen
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat wij) bijeenpassen(dat wij) bijeenpasten
(dat jullie) bijeenpassen(dat jullie) bijeenpasten
(dat gij) bijeenpasset(dat gij) bijeenpastet
(dat zij) bijeenpassen(dat zij) bijeenpasten
Participles
Present participlePast participle
bijeenpassend, bijeenpassende(hebben) bijeengepast

Translations

Catalanposar‐se d’acord
Englishcome to an agreement; agree; come into accord; reach an accord; get along; make terms
Esperantoakordiĝi
Frenchs’accorder; se mettre d’accord; se mettre en humeur
Germanübereinstimmen; klarkommen; in Einklang sein; zusammenpassen; sich vertragen
Icelandicsamþykkja
Portugueseentrar em acordo
Saterland Frisianuureenstimme