Information about the word inventariseren (Dutch → Esperanto: inventari)

Synonym: de inventaris opmaken

Part of speechverb
Pronunciation/ɪnvɛntariˈzerə(n)/
Hyphenationin·ven·ta·ri·se·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) inventariseer(ik) inventariseerde
(jij) inventariseert(jij) inventariseerde
(hij) inventariseert(hij) inventariseerde
(wij) inventariseren(wij) inventariseerden
(jullie) inventariseren(jullie) inventariseerden
(gij) inventariseert(gij) inventariseerdet
(zij) inventariseren(zij) inventariseerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) inventarisere(dat ik) inventariseerde
(dat jij) inventarisere(dat jij) inventariseerde
(dat hij) inventarisere(dat hij) inventariseerde
(dat wij) inventariseren(dat wij) inventariseerden
(dat jullie) inventariseren(dat jullie) inventariseerden
(dat gij) inventariseret(dat gij) inventariseerdet
(dat zij) inventariseren(dat zij) inventariseerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
inventariseerinventariseert
Participles
Present participlePast participle
inventariserend, inventariserende(hebben) geïnventariseerd

Translations

Englishtake stock
Esperantoinventari
Germaninventarisieren; den Bestand aufnehmen von