Information about the word doordrijven (Dutch → Esperanto: akceptigi obstine)

Part of speechverb
Pronunciation/ˈdordrɛi̯və(n)/
Hyphenationdoor·drij·ven

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) drijf door(ik) dreef door
(jij) drijft door(jij) dreef door
(hij) drijft door(hij) dreef door
(wij) drijven door(wij) dreven door
(jullie) drijven door(jullie) dreven door
(gij) drijft door(gij) dreeft door
(zij) drijven door(zij) dreven door
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) doordrijve(dat ik) doordreve
(dat jij) doordrijve(dat jij) doordreve
(dat hij) doordrijve(dat hij) doordreve
(dat wij) doordrijven(dat wij) doordreven
(dat jullie) doordrijven(dat jullie) doordreven
(dat gij) doordrijvet(dat gij) doordrevet
(dat zij) doordrijven(dat zij) doordreven
Imperative mood
Singular/PluralPlural
drijf doordrijft door
Participles
Present participlePast participle
doordrijvend, doordrijvende(hebben) doorgedreven

Translations

Englishdrive through
Esperantoakceptigi obstine
Frenchfaire accepter