Information about the word bedenken (Dutch → Esperanto: imagi)

Synonyms: zich verbeelden, zich voorstellen, zich indenken

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈdɛŋkə(n)/
Hyphenationbe·den·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) bedenk(ik) bedacht
(jij) bedenkt(jij) bedacht
(hij) bedenkt(hij) bedacht
(wij) bedenken(wij) bedachten
(jullie) bedenken(jullie) bedachten
(gij) bedenkt(gij) bedacht
(zij) bedenken(zij) bedachten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) bedenke(dat ik) bedachte
(dat jij) bedenke(dat jij) bedachte
(dat hij) bedenke(dat hij) bedachte
(dat wij) bedenken(dat wij) bedachten
(dat jullie) bedenken(dat jullie) bedachten
(dat gij) bedenket(dat gij) bedachtet
(dat zij) bedenken(dat zij) bedachten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
bedenkbedenkt
Participles
Present participlePast participle
bedenkend, bedenkende(hebben) bedacht

Usage samples

Hij bedacht menig gruwelijk scenario, maar wist niet wat hij het beste kon doen als een van die scenario’s werkelijkheid werd.

Translations

Catalanimaginar
Danishforestille
Englishfancy; imagine; conceive; picture; visualize; envisage
Esperantoimagi
Faeroesehugsa sær
Frenchimaginer
Germanerdichten; sich einbilden; sich vorstellen; im Geist vor sich sehen; sich ausdenken; erfinden; ersinnen; verfallen auf
Italianfigurarsi
Papiamentofigurá; imaginá; imahiná
Polishwyobrażać
Portugueseimaginar
Romanianimagina
Russianвоображать
Saterland Frisianferdichtje; sik foarstaale; sik ienbilgje
Spanishimaginar
Thaiสร้างจินตนาการ
West Frisianferbyldzje