Information about the word wegtrekken (Dutch → Esperanto: fortiri)

Synonym: aftrekken

Part of speechverb
Pronunciation/ˈʋɛxtrɛkə(n)/
Hyphenationweg·trek·ken

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) trek weg(ik) trok weg
(jij) trekt weg(jij) trok weg
(hij) trekt weg(hij) trok weg
(wij) trekken weg(wij) trokken weg
(jullie) trekken weg(jullie) trokken weg
(gij) trekt weg(gij) trokt weg
(zij) trekken weg(zij) trokken weg
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) wegtrekke(dat ik) wegtrokke
(dat jij) wegtrekke(dat jij) wegtrokke
(dat hij) wegtrekke(dat hij) wegtrokke
(dat wij) wegtrekken(dat wij) wegtrokken
(dat jullie) wegtrekken(dat jullie) wegtrokken
(dat gij) wegtrekket(dat gij) wegtrokket
(dat zij) wegtrekken(dat zij) wegtrokken
Imperative mood
Singular/PluralPlural
trek wegtrekt weg
Participles
Present participlePast participle
wegtrekkend, wegtrekkende(hebben) weggetrokken

Usage samples

Heb jij ooit de etensbak van je eigen hond durven wegtrekken?

Translations

Englishstrip
Esperantofortiri
Portuguesetirar fora
West Frisianôflûke