Information about the word schulpen (Dutch → Esperanto: festoni)

Synonym: uitschulpen

Part of speechverb

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) schulp(ik) schulpte
(jij) schulpt(jij) schulpte
(hij) schulpt(hij) schulpte
(wij) schulpen(wij) schulpten
(jullie) schulpen(jullie) schulpten
(gij) schulpt(gij) schulptet
(zij) schulpen(zij) schulpten
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) schulpe(dat ik) schulpte
(dat jij) schulpe(dat jij) schulpte
(dat hij) schulpe(dat hij) schulpte
(dat wij) schulpen(dat wij) schulpten
(dat jullie) schulpen(dat jullie) schulpten
(dat gij) schulpet(dat gij) schulptet
(dat zij) schulpen(dat zij) schulpten
Imperative mood
Singular/PluralPlural
schulpschulpt
Participles
Present participlePast participle
schulpend, schulpende(hebben) geschulpt

Translations

Englishfestoon
Esperantofestoni