Information about the word begunstigen (Dutch → Esperanto: favori)

Synonyms: bevoordelen, voorstaan, voortrekken, gunstig gezind zijn

Part of speechverb
Pronunciation/bəˈɣɵnstəɣə(n)/
Hyphenationbe·gun·sti·gen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) begunstig(ik) begunstigde
(jij) begunstigt(jij) begunstigde
(hij) begunstigt(hij) begunstigde
(wij) begunstigen(wij) begunstigden
(jullie) begunstigen(jullie) begunstigden
(gij) begunstigt(gij) begunstigdet
(zij) begunstigen(zij) begunstigden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) begunstige(dat ik) begunstigde
(dat jij) begunstige(dat jij) begunstigde
(dat hij) begunstige(dat hij) begunstigde
(dat wij) begunstigen(dat wij) begunstigden
(dat jullie) begunstigen(dat jullie) begunstigden
(dat gij) begunstiget(dat gij) begunstigdet
(dat zij) begunstigen(dat zij) begunstigden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
begunstigbegunstigt
Participles
Present participlePast participle
begunstigend, begunstigende(hebben) begunstigd

Translations

Englishfavour
Esperantofavori
Germanbegünstigen; günstig gesinnt sein; zugetan sein; bevorteilen
Italianfavorire
Latinfavere
Portuguesefavorecer
Russianблаговолить
Saterland Frisianbegunstigje
Spanishfavorecer
Swedishbefrämja
West Frisianbegeunstigje