Information about the word delven (Dutch → Esperanto: elfosi)

Synonyms: opdelven, opduikelen, opgraven, rooien, uitgraven, winnen, opdiepen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈdelvə(n)/
Hyphenationdel·ven

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) delf(ik) dolf, delfde
(jij) delft(jij) dolf, delfde
(hij) delft(hij) dolf, delfde
(wij) delven(wij) dolven, delfden
(jullie) delven(jullie) dolven, delfden
(gij) delft(gij) dolft, delfdet
(zij) delven(zij) dolven, delfden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) delve(dat ik) dolve, delfde
(dat jij) delve(dat jij) dolve, delfde
(dat hij) delve(dat hij) dolve, delfde
(dat wij) delven(dat wij) dolven, delfden
(dat jullie) delven(dat jullie) dolven, delfden
(dat gij) delvet(dat gij) dolvet, delfdet
(dat zij) delven(dat zij) dolven, delfden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
delfdelft
Participles
Present participlePast participle
delvend, delvende(hebben) gedolven

Usage samples

In vroeger tijd was daar een merkwaardig gesteente gedolven.
Dit is ook het moment om zelf een plek uit te kiezen en je eigen graf te delven, mocht je ongelukkigerwijze komen te sterven tijdens je dienstverband op Flutic.
Zijn volk dolf niet en bewerkte geen metaal of juwelen en deed ook niet veel aan handel of landbouw.
Ik delf alleen wat ik onmisbaar vind, en dat is niet zo veel.

Translations

Englishdig up; excavate; grub; exhume
Esperantoelfosi
Frenchabattre
Germanausgraben; herausgraben
Low Germanupgraven
Luxemburgishausgruewen