Information about the word herbeginnen (Dutch → Esperanto: rekomenciĝi)

Part of speechverb
Pronunciation/ˈɦɛrbəɣɪnə(n)/
Hyphenationher·be·gin·nen

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) herbegin(ik) herbegon
(jij) herbegint(jij) herbegon
(hij) herbegint(hij) herbegon
(wij) herbeginnen(wij) herbegonnen
(jullie) herbeginnen(jullie) herbegonnen
(gij) herbegint(gij) herbegont
(zij) herbeginnen(zij) herbegonnen
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) herbeginne(dat ik) herbegonne
(dat jij) herbeginne(dat jij) herbegonne
(dat hij) herbeginne(dat hij) herbegonne
(dat wij) herbeginnen(dat wij) herbegonnen
(dat jullie) herbeginnen(dat jullie) herbegonnen
(dat gij) herbeginnet(dat gij) herbegonnet
(dat zij) herbeginnen(dat zij) herbegonnen
Imperative mood
Singular/PluralPlural
herbeginherbegint
Participles
Present participlePast participle
herbeginnend, herbeginnende(zijn) herbegonnen

Usage samples

Misschien kunnen we er straks over herbeginnen.

Translations

Englishrestart
Esperantorekomenciĝi
Frenchrecommencer
Germanwieder anfangen