Information about the word vóórkomen (Dutch → Esperanto: okazi)

Synonyms: aan de hand zijn, gebeuren, geschieden, gevallen, omgaan, optreden, passeren, plaatsgrijpen, plaatshebben, plaatsvinden, voorvallen, zich afspelen, zich voordoen, zich voltrekken, zich toedragen

Part of speechverb
Pronunciation/ˈvoːrkomə(n)/
Hyphenationvoor·ko·men

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(het) komt voor(het) kwam voor
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat het) voorkome(dat het) voorkwame
Past participle
(zijn) voorgekomen

Usage samples

Dat is nog nooit voorgekomen.