Information about the word hebben (Dutch → Esperanto: havi)

Part of speechverb
Pronunciation/ɦɛbə(n)/
Hyphenationheb·ben

Usage samples

We hadden mooi weer.
Heeft u vragen of bijzondere wensen?
God hebbe zijn ziel.
Voor mensen die schulden hebben bij de overheid komen er spoedmaatregelen zodat zij in ieder geval genoeg geld overhouden om van te leven.
Hij had bezwaren.
Welke dag hebben we vandaag?
Ik heb geen verplichtingen meer tegenover jou.
Hij heeft niet veel te doen.

Translations

Afrikaans
Englishhave
Esperantohavi
Low Germanhebben
Scotshae
Spanishtener