Information about the word detailleren (Dutch → Esperanto: detali)

Synonyms: in details behandelen, in het klein verkopen

Part of speechverb
Pronunciation/detɑˈjerə(n)/
Hyphenationde·tail·le·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) detailleer(ik) detaileerde
(jij) detailleert(jij) detaileerde
(hij) detailleert(hij) detaileerde
(wij) detailleren(wij) detaileerden
(jullie) detailleren(jullie) detaileerden
(gij) detailleert(gij) detaileerdet
(zij) detailleren(zij) detaileerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) detaillere(dat ik) detaileerde
(dat jij) detaillere(dat jij) detaileerde
(dat hij) detaillere(dat hij) detaileerde
(dat wij) detailleren(dat wij) detaileerden
(dat jullie) detailleren(dat jullie) detaileerden
(dat gij) detailleret(dat gij) detaileerdet
(dat zij) detailleren(dat zij) detaileerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
detailleerdetailleert
Participles
Present participlePast participle
detaillerend, detaillerende(hebben) gedetailleerd

Translations

Englishdetail
Esperantodetali
Germanim Einzelnen ausführen; ausführlich darstellen; bis ins Einzelne darlegen; im Kleinen verkaufen
Portuguesedetalhar; particularizar; pormenorizar
Spanishdetallar