Information about the word destabiliseren (Dutch → Esperanto: malstabiligi)

Part of speechverb
Pronunciation/destabikliˈzeːrə(n)/
Hyphenationde·sta·bi·li·se·ren

Conjugation

Indicative mood
Present tensePast tense
(ik) destabiliseer(ik) destabiliseerde
(jij) destabiliseert(jij) destabiliseerde
(hij) destabiliseert(hij) destabiliseerde
(wij) destabiliseren(wij) destabiliseerden
(jullie) destabiliseren(jullie) destabiliseerden
(gij) destabiliseert(gij) destabiliseerdet
(zij) destabiliseren(zij) destabiliseerden
Subjunctive mood
Present tensePast tense
(dat ik) destabilisere(dat ik) destabiliseerde
(dat jij) destabilisere(dat jij) destabiliseerde
(dat hij) destabilisere(dat hij) destabiliseerde
(dat wij) destabiliseren(dat wij) destabiliseerden
(dat jullie) destabiliseren(dat jullie) destabiliseerden
(dat gij) destabiliseret(dat gij) destabiliseerdet
(dat zij) destabiliseren(dat zij) destabiliseerden
Imperative mood
Singular/PluralPlural
destabiliseerdestabiliseert
Participles
Present participlePast participle
destabiliserend, destabiliserende(hebben) gedestabiliseerd

Usage samples

Volgens Koenders wil de terreurgroep met de bloedige actie, die vooral gericht was tegen christelijke studenten, de landen in de regio destabiliseren.

Translations

Englishdestabilize
Esperantomalstabiligi